Waarom een minimumtarief van €25,31 per uur in de Gig Economy onvermijdelijk is
Het onderbetalen van zzp-ers komt met grote risico's
Inleiding
De arbeidsmarkt verandert razendsnel, en platformwerk – of de gig economy – is daar een groot onderdeel van. Steeds meer mensen werken via platforms als zelfstandige (zzp’er), zonder de bescherming van een cao of loondienstverband. Maar hoe bepaal je als gig worker wat een eerlijke beloning is voor je werk? En wat is de verantwoordelijkheid van platformen en hun payment providers om eerlijke betaling te faciliteren?
De Belastingdienst als schoolvoorbeeld van prudent tariefbeleid
De Nederlandse overheid heeft een belangrijke voorbeeldfunctie in het waarborgen van eerlijke tarieven. Een recente aanbesteding voor de inhuur van personeel bij de Belastingdienst laat zien hoe de overheid tot zorgvuldige uurtarieven komt, waarmee:
- Risico’s op onderbetaling worden voorkomen
- Erop wordt toegezien dat loonvolgend wordt betaald
- Er voldoende marge is voor de detacheerders zonder dat werknemers de dupe worden
In deze aanbesteding zijn de uurtarieven per schaal vastgelegd op basis van de loonkosten inclusief alle bijkomende lasten, zoals vakantiegeld, pensioenopbouw en arbeidstijdverkorting. Hierdoor wordt geborgd dat alle medewerkers die via derde partijen worden ingehuurd ten minste een eerlijke beloning ontvangen. Dit beleid biedt een belangrijke les voor de gig-economie, waar veel platformen en opdrachtgevers nog geen dergelijke waarborgen hanteren.
De basis: wettelijk minimumloon en loonvolgend werken
In Nederland is het wettelijk minimumloon per 1 januari 2025 vastgesteld op €14,06 per uur voor werknemers van 21 jaar en ouder. Dit lijkt misschien een goede ondergrens, maar in werkelijkheid zegt dit bedrag weinig over wat iemand minimaal zou moeten verdienen als zelfstandige.
Werknemers krijgen bovenop hun bruto uurloon allerlei emolumenten zoals:
- Vakantiegeld en dagen
- Pensioenopbouw
- Arbeidstijdverkorting (ATV)
- loondoorbetaling bij ziekte
- Transitie en scholing vergoedingen
Om deze kosten mee te rekenen, wordt in payrolling en detachering vaak een bruteringsfactor van 1.8 gehanteerd. Dit betekent dat een bruto uurloon van €14,06 resulteert in een werkelijke kostprijs van €25,31 per uur.
Dit betekent dat een zzp’er in de gig economy minstens €25,31 per uur moet vragen om gelijkwaardig te verdienen aan een werknemer met een contract op basis van wettelijk minimum loon. De overheid overweegt overigens 33 euro als minimum tarief te gaan invoeren, om schijnconstructies te voorkomen. Maar de €25,31 is nu al cruciaal om:
- Basisvoorzieningen zoals pensioen en verzekeringen zelf te kunnen regelen.
- Een eerlijke marktwerking te behouden, zodat werkgevers geen werknemers vervangen door onderbetaalde zzp’ers.
- Boetes en aansprakelijkheid voor opdrachtgevers en platformen te voorkomen.
Risico’s voor platformen en payment providers
Veel gig-platformen laten het tarief volledig over aan de aanbieder en afnemer van werk. Dit lijkt een vrije markt, maar in werkelijkheid kan het leiden tot oneerlijke concurrentie en onderbetaling. De wetgeving rondom loonvolgend werken en schijnzelfstandigheid wordt steeds strenger, en bedrijven die faciliteren in het ontwijken van het minimumloon kunnen aansprakelijk worden gesteld.
Payment providers zoals brokers, payrollers en ABN AMRO met Payday spelen hierin een cruciale rol. Zij verwerken de betalingen van platformen naar zelfstandigen en moeten zich bewust zijn van de risico’s. Het faciliteren van onderbetaling kan leiden tot juridische consequenties en hoge boetes.
Om de gig-economie eerlijker te maken, roepen we gig workers, platformen en payment providers op om:
- Een minimumtarief van €25,31 per uur te hanteren voor zelfstandigen.
- Klanten en opdrachtgevers te informeren over de echte kosten van arbeid.
- Betalingsverwerkers te laten controleren of platformen de wet naleven.
- Vakbonden zoals FNV Zelfstandigen kunnen Gig workers helpen zich te organiseren en betere voorwaarden af te dwingen.
De gig-economie is een krachtig model voor flexibiliteit en ondernemerschap, maar mag niet ten koste gaan van eerlijke beloning.
